| 
                            
                            
                              
                                 
                                    |  
 |  
                                    | Bourges: tympaan in Lombardische stijl |  
                           Bourges   Het tympaan van een afgebroken kerk St Ursin te Bourges is ingemetseld in een pand aan de Avenue
                           Ducrot. Het is van eind 11e eeuw en is gesigneerd: Girauldus fecit istas portas. De voorstelling is voor een kerk
                           redelijk bizar te noemen.   Binnen een lombardische ornamentele rand is het tympaan in 3 zones verdeeld. Bovenin zien we een paar dierfabels,
                           in het midden een jachtscene met jagers te paard en te voet en beneden volgen de bezigheden van de
                           maanden in het jaar.   Toegeeflijkheid van de kerk   In de loop van de tijd, als het aantal plaatselijke bouwopdrachten in de steden toeneemt, vestigen de meestermetselaars
                           zich op een vaste plaats.  De gezellen, die het vak willen leren, verhuizen geregeld van de ene naar de andere gezellenbond
                           en kunnen zich, als ze voldoende bekwaam geworden zijn toegelaten worden tot het ‘gilde’ van meestermetselaars
                           en kunnen zich dan zelfstandig vestigen.   
 De kerk bleef zich opvallend toegeeflijk opstellen t.a.v. de bouwers, omdat zij ze nodig had. Zo konden er zelfs bespottingen
                           van geestelijken in de beeldhouwwerken van de kerken voorkomen.    Hadden de Lombarden behoefte om met een knipoog van baldadigheid tussen de vele figuurtjes die ze moesten hakken,
                           aan hun medemetsers te tonen, dat ze niet aan de leiband van Rome liepen?    Of beeldden ze gewoon spreekwoorden uit, waarvan de kijker van toen meteen de moraal begreep?  
                           
 
                            
                              
                                 
                                    |  
 |  
                                    | Freiburg: middeleeuws relief in de Munster |  
                           Een paar voorbeelden van deze bespottingen/spreekwoorden:   Freiburg: een wolf en een ram bij een geestelijke op schoot; Dom van Brandenburg: een vos in geestelijke pij houdt een preek tegenover een groep ganzen;  Magdeburg: monnik draagt non naar klooster, waar de duivel de deur openhoudt; Bazel: paus wordt in de hel geworpen; Nördlingen en Weilheim: de paus staat bij de verdoemden; Schöngraben (bij Wenen): ezel leest een boek (= de bijbel); Amsterdam: paard in de wieg met ezel op de kansel (verloren gegaan).
                           
 
                            
                              
                                 
                                    |  
 |  
                                    | Parma: kathedraal: wolf op school ca. 1160 |  
                           Soms verwezen beeldhouwwerken naar oude Germaanse heldensagen of godenmythen. Ik noemde eerder al de Wodanskoppen, vaak herkenbaar
                           aan de banden (=woordenstroom) die uit de mond komen.  Maar soms ook verwees het naar een bepaald spreekwoord met
                           een morele boodschap. Doordat we die spreekwoorden en mythen niet allemaal kennen, begrijpen we soms ook de strekking van
                           de afbeelding niet.
                           
 
                           Metselaarsgilde   In de Middeleeuwen was ieder genootschap wel op de een of andere manier religieus getint en bezat een schutsheilige.
                           Sint Barbera was schutsheilige van de metsers.  Daarnaast hadden veel metsers als patroon Sint Johannes de Evangelist (St. Jan).  In Straatsburg heetten de leden van de bouwhut dan ook de Johannesbroeders. 
                           
 
                            
                              
                                 
                                    |  
 |  
                                    | Gevelsteen met de 4 gekroonden in Brielle. |  
                            
                              
                                 |  
 |  
                                 | Gouda: huis de 4 gekroonden |  
                           Daarnaast komt er een getal van vier heiligen voor: die men de vier Gekroonden
                           noemt. Het kunnen verschillende heiligen zijn, wat opvalt is het getal vier.
                            Er is een legende, dat in de tijd van keizer Diocletianus vier bouwvakkers de opdracht kregen een tempel te bouwen met een gebeeldhouwde afbeelding
                           van de Aesculaap.  De namen van de vier zijn: Claudius, Castorius, Symphonarius
                           en Nicostratus. Ze weigerden en werden gedood en in loden kisten begraven. Hun kisten werden door een
                           vrome christen ontvreemd.     De vier werden de patroonheiligen van de metsers.
                           Ook daarvan zijn aan verschillende kerken/woonhuizen afbeeldingen te vinden.  
 
                           Het vrijmetselaarsgilde   In de tijden die volgen, ontwikkelen zich de plaatselijke ambachtsgilden. Dan krijg je de structuur: leerling, gezel,
                           meester.    Als bijzonder gilde ontwikkelt zich in een meer filosofisch-spirituele richting: de
                           vrijmetselarij.  De officiele oprichting daarvan vindt overigens in de meeste Europese landen pas plaats in de 2e helft
                           van de 18e eeuw.    Maar er zijn al onder andere benamingen in het geheim, die de link kunnen leggen tussen de bouwgilden en de vrijmetselarij.
                           (b.v. De Vier Gekroonden is al een gildehuis in Middelburg, gebouwd in 1590).  Symbolen, die horen bij de 4 gekroonden: Passer, hamer, troffel en winkelhaak.    
                           
 
                           Om lid te worden van het Gilde moest men eerst een
                           reeks vragen beantwoorden."Hoe heten
                           de Vier Gekroonden ?  Claudius, Castorius, Symphonarius en Nicostratus !
 Waarom zijn het er vier ? 
                           Omdat het Kruis vier hoeken heeft !
 Is er geen
                           vijfde ?  De vijfde is de eerste !
 Wat is het teken van de vijfde ?  Het teken van de plicht
                           !
 Kunt gij dat teken maken ?"
 De kandidaat
                           tekende dan een cirkel gevierendeeld door een Kruis.
 
                            
                              
                                 |  
 |  
                                 | Lucasgildehuis te Delft |  
                            
                              
                                 |  
 |  
                                 | lucasgildehuis te Delft, vlak voor de afbraak in 1876 |  
                                                             Sint Lucas-gilde   In de Romano-gotische tijd ontwikkelt zich in veel steden van de Nederlanden een gilde voor kunstenaars en kunstambachtslieden,
                           onder de naam van het Lucasgilde. Deze gilden zijn b.v. bekend van Antwerpen (
                           oudste 1382), Utrecht, Delft, Amsterdam en Leiden.  Kunstschilders, glazeniers, beeldhouwers, graveurs, maar ook plateelbakkers, boekdrukkers en kunsthandelaren
                           kunnen lid worden van het gilde. Het gilde zorgt zelf voor kwaliteitscontrole en opleiding van jong talent.    Om lid van een gilde te worden, moet een aspirant aan een aantal voorwaarden
                           voldoen: een leertijd van zes jaar, maar soms ook korter als hij een meesterstuk produceert.  Ongeveer een derde van de inkomsten van het gilde wordt besteed aan het onderhouden van arme leden
                           en hun gezinnen.  
                           
 
                           De gilden zullen tot diep in de 18e eeuw blijven bestaan.  De invloed van de bouwstijlen werd door de gilden opgepakt. Men zond ook gildeleden erop uit naar
                           het buitenland om nieuwe bouwtechnieken en ornamenten te leren kennen.
  
                           
 
                            
                              
                                 
                                    |  
 |  
                                    | Waaggebouw te Amsterdam |  
                           Amsterdam   In het Waaggebouw hadden diverse Amsterdamse gilden onderdak
                           gevonden. Boven enkele deuren zien we aanwijzigingen dat het Lucasgilde (schilders en andere kunstenaars)
                           en een metselaarsgilde er een onderkomen hadden. De metselaars zijn er in 1614 ingetrokken.   Kennelijk hebben de meer artistieke ambachtslieden zich in het Lucasgilde verenigd, terwijl de metselaars een eigen
                           gilde hadden. Maar ook zij laten zien dat ze tot fraaie en secure dingen in staat zijn.
                           
 
                            
                              
                                 
                                    |  
 |  
                                    | Ingang Lucasgilde in Waaggebouw Amsterdam |  Het metselwerk in de vertrekken van het metselaarsgilde laat hoogstandjes
                           van metselwerk zien. Zie foto rechtsonder.
                           
 
                            
                              
                                 |  
 |  
                                 | Ingang metselaarsgilde in Waaggebouw te Amsterdam |  
                            
                              
                                 | herkomst: https://www.amsterdamsebinnenstad.nl |  
                                 |  
 |  
                                 | metselwerk in de metselaarsgildekamer van het Waaggebouw. |  
                                                                             Maastricht   "Een stad als Maastricht hand in 1580 drieëntwintig ambachten of gilden. Maar
                           ook in Venlo hebben zeker twintig gilden bestaan. Een belangrijk doel van een gilde was om een monopolie van bijvoorbeeld
                           bier brouwen of slachten in stand te houden. Elk gilde had een streng regelement dat onder meer de werktijden en lonen bepaalde.   In de loop van de zeventiende eeuw zien we dat de gilden minder belangrijk
                           worden. Behalve in Limburg, waar ze nog steeds veel inkomsten genereren via belastingen.
 Elk gilde had een eigen patroonheilige.
                           Op de naamsdag van deze heilige werd de jaarlijkse gildemaaltijd gehouden. Tijdens deze maaltijd werden ook de gildenmeesters
                           gekozen.
 Elke gildebroeder had een gildenpenning, met daarop de heilige, die zijn lidmaatschap
                           bevestigde.  In moeilijke tijden werd een gildebroeder gesteund door het gilde. Overleed
                           lid van het gilde, dan waren alle gildebroeders verplicht om op de begrafenis aanwezig te zijn. Afwezigheid werd bestraft
                           met een boete." (citaat van www.limburgsmuseum.nl)
    
  
 Gent   Op de site die hierna genoemd staat, is een volledige opsomming
                           van de Gentse gilden te vinden met hun 16e-eeuwse wapenschilden. Deze site is nog in opbouw en ik verwacht er veel van. Het belooft een
                           goede aanvulling te worden op mijn site.  
                           
 |